Wat is vrijheid? Het is een vraag waar ik mij allang mee bezig houd, want hoe meer ik erover nadenk, hoe minder vrij ik ben. De enige plek waar ik vrij ben, is in mijn hoofd.
Onze grondwet zou onze vrijheid moeten waarborgen, maar als je kijkt op welke plek in de grondwet de vrijheden aan bod komen, pas in titel II, dan weet je dat vrijheid NIET op de eerste plaats komt.
De grondwet is dat ook voornamelijk een verzameling rechten die onze vrijheid beperkt. Het begint al bij artikel 1. Je mag niet discrimineren. En hoewel dit in de kern een prima artikel is, wordt het in de praktijk vooral misbruikt om een ander de mond te snoeren. Oftewel, het inperken van de vrijheid van meningsuiting dat pas in lid 7 wordt geregeld, na de vrijheid van godsdienst.
Het is ook de vrijheid van godsdienst, die een ander zijn vrijheid beperkt. Zoals ik er tegen aan kijk, betekent de vrijheid van godsdienst dat het imaginaire leven van een godheid belangrijker is dan het leven hier op aarde.
Ik werd dan ook al op jonge leeftijd door mijn moeder berispt voor vloeken. God-ver-domme! Eén van de lekkerste vloekwoorden die er in mijn ogen bestaat. Want, a. het ligt lekker in de mond en b. je doet er niemand kwaad mee. God bestaat immers niet en iedereen die anders denkt of gelooft is in mijn overtuiging niet helemaal goed bij zijn hoofd.
Maar ja, deze denkwijze wordt je niet in dank afgenomen. Mijn moeder attendeerde mij dan ook op het feit dat spreken zilver is en zwijgen goud. Een inperking van mijn vrijheid dus. En zo werkt het in Nederland. We doen net alsof er veel mag, maar in de praktijk moet je gewoon je bek houden.
Nu tijdens deze bizarre corona tijden wordt duidelijk dat je niet alleen je bek moet houden. De IKEA is open, maar als je niet gericht voor een Billy komt, dan moet je optiefen, aldus Mark Rutte. En daar begint bij mij de angst. Ook Jan Paternotte wil de crisis gebruiken om KLM te kleineren en ervoor te zorgen dat alleen nog zinvolle vluchten worden gemaakt.
De overheid dicteert inmiddels in zoveel regeltjes en wetboeken wat je mag en vooral wat je niet mag. Want we zijn vrij, behalve ” behoudens bij de wet gestelde beperkingen en uitzonderingen.”
De mate van vrijheid werd mij gisteren in de buurtapp kinderlijk duidelijk gemaakt. Een mevrouw liet weten dat de vlaginstructie voor 4 mei was gewijzigd aangezien het 75 jaar dodenherdenking was. Ik heb mijn vrijheid van meningsuiting maar even ingeslikt. Zoals ik vaak doe. Vaker dan dat ik het niet doe.
Vrij. Vrijheid. Democratie. Grappig. Doet me denken aan de VVD. Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Grappig omdat ze er zelf in geloven. Volkspartij? Vrijheid? Democratie? Wat een farce.
De enige vrijheid die ik heb is om te bedenken op welke dag ik mijn belastingaangifte zal invullen, tot 1 mei.
Vrijheid is een farce. De grondwet is een farce. Nederland is inmiddels een farce. Als ik zo naar het aanblik van onze straat kijk, waar behoorlijk wordt gevlagd, moet ik toch altijd een beetje lachen om het nationalistische aanblik. Mooi PVV aanzicht. Partij Voor de Vrijheid, maar het is echter de enige partij waarvan de partijleider in gevangenschap leeft. Omdat de vrijheid van ‘meningsuiting’ voor minderheden nèt iets anders wordt uitgelegd dan voor nationalisten. Want die vrijheid hebben we niet, om voor Nederland op te komen. Dan ben je iets, wat niet mag. Dan ben je extreem rechts. Volgens een deel van de Nederlanders, die gewend zijn een ander de wet voor te schrijven. Niet vrij dus. Totaal niet zelfs.